Splenomegalie (vergrote milt)
Splenomegalie is een aandoening die wordt gekenmerkt door een vergroting van de milt, een verminderd aantal rode bloedcellen in het bloed en normaal of overactief beenmerg. De oorzaak van de daling van het aantal bloedcellen is de willekeurige vernietiging door de milt van de bloedcellen. Typerend is dan ook dat het aantal bloedcellen in het bloed weer stijgt wanneer de milt van deze patiënten is verwijderd (splenectomie).
Bent u huisarts of praktijkmanger?
Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?
In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.
Oorzaak
Splenomegalie kan bij allerlei lichamelijke aandoeningen ontstaan. Het kan ontstaan bij een patiënt met levercirrose door bloedstuwing. Het kan ook veroorzaakt worden door een bloedaandoening zoals sikkelcelanemie, of een infectieziekte zoals malaria, tuberculose, lepra, mononucleosis infectiosa en virale hepatitis, vooral in een tropisch klimaat. Andere aandoeningen die als mogelijke oorzaak worden beschouwd, zijn sarcoïdose, systemische lupus erythematodes, amyloïdose, de ziekte van Hodgkin en chronische myeloïde leukemie.
Verschijnselen
De meeste verschijnselen van splenomegalie hebben te maken met het onderliggende ziekteproces dat de oorzaak is van de splenomegalie. Daarnaast kunnen patiënten linksboven in de buik pijn hebben, die tijdens de slaap kan opspelen. Vaak hebben deze mensen een vol gevoel, zelfs als zij maar weinig hebben gegeten. Dit komt omdat de vergrote milt tegen de maag drukt.
Een tekort aan rode bloedcellen leidt tot anemie met klachten als vermoeidheid. Een tekort aan witte bloedcellen kan de patiënt vatbaarder maken voor infecties en door vermindering van het aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) kunnen zij sneller blauwe plekken en bloedingen krijgen.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van de klachten en een lichamelijk onderzoek. Bijna altijd wordt bij het lichamelijk onderzoek linksboven in de buik een vergrote milt gevoeld. Om de diagnose te bevestigen wordt bloedonderzoek en beenmergonderzoek verricht. Bij beenmergonderzoek duiden tekenen van toegenomen beenmergactiviteit erop dat het beenmerg probeert de bloedcellen te produceren waaraan in het bloed een tekort is. Er kan speciaal bloedonderzoek worden uitgevoerd om de levensduur van de bloedcellen te bepalen. Ook kan in sommige gevallen bepaald beeldvormend onderzoek nodig zijn, zoals CT (computertomografie) of MRI (magnetische kernspinresonantie), om de structuur van en de bloedstroom door de milt te bepalen. Soms moet de onderliggende aandoening die de splenomegalie heeft veroorzaakt met behulp van specifiek onderzoek worden opgespoord.
Behandeling
Patiënten met splenomegalie hebben een verminderd aantal bloedcellen in het bloed, hetgeen behandeld moet worden. Als het gehalte aan hemoglobine laag is, kan bloedtransfusie nodig zijn. Bij een tekort aan witte bloedcellen moeten vanwege het infectiegevaar voor de patiënt antibiotica worden gegeven en bij een laag aantal bloedplaatjes kan transfusie met bloedplaatjes nodig zijn. De behandeling van splenomegalie is afhankelijk van de behandeling van de onderliggende aandoening die de splenomegalie heeft veroorzaakt.
Daarnaast wordt voor veel patiënten gedeeltelijke of gehele verwijdering van de milt (splenectomie) beschouwd als de aangewezen behandeling. Splenectomie gaat echter gepaard met veel ernstige complicaties en daarom wordt geprobeerd te behandelen met nieuwe behandelingsmethoden zoals bestraling. Deze behandeling is minder ingrijpend dan splenectomie, omdat slechts een deel van de milt wordt vernietigd en alleen de omvang en functie van de milt iets verminderen.
Complicaties
Bij splenomegalie doen zich complicaties voor als gevolg van een verminderd aantal bloedcellen, zoals ernstige anemie, ernstige infecties en hevige bloedingen.
Meer informatie
Informatie van Consumed.nl over miltvergroting
www.consumed.nl
Informatie van Gezondheidsplein.nl over
www.gezondheidsplein.nl