Meerlingzwangerschap

Bij een meerlingzwangerschap ben je zwanger van twee of meer kinderen. Tweelingzwangerschap komt voor bij ongeveer 1,5 procent van de zwangere vrouwen. Bij 0,01 procent gaat het om een drieling. Vierlingen komen bijna niet voor.

Bent u huisarts of praktijkmanger?

Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen? 

In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.

Download het whitepaper

Oorzaken

Een meerlingzwangerschap kan op drie manieren ontstaan.

  • Een bevruchte eicel splitst zich: nadat de eicel door een zaadcel is bevrucht, begint direct de celdeling. Bij de eerste celdelingen kan de bevruchte eicel zich splitsen. Beide delen nestelen zich in de baarmoeder en groeien uit tot een baby. Deze baby’s die uit één eicel zijn ontstaan, zijn identiek. Het zijn eeneiige tweelingen.
  • Er worden meerdere eicellen bevrucht: tijdens een normale cyclus ontstaat er één rijpe eicel. Deze komt vrij bij de eisprong. Soms rijpen er twee eicellen tegelijk en komen er bij de eisprong dus twee eicellen vrij. Als deze allebei worden bevrucht, ontstaat een twee-eiige tweeling. De eicellen nestelen zich in de baarmoeder en groeien uit tot twee baby’s die niet identiek zijn. Ze zijn immers ontstaan uit twee eicellen.
  • Er heeft een vruchtbaarheidsbevorderende behandeling plaatsgevonden: de meeste meerlingzwangerschappen zijn het gevolg van een vruchtbaarheidsbevorderende behandeling.

Een drieling is meestal drie-eiig. Als een drieling twee-eiig is, zijn er twee eicellen bevrucht en heeft één van deze eicellen zich gesplitst.

Verschijnselen

De meeste meerlingzwangerschappen worden ‘ontdekt’ tijdens de standaardechografie bij 12 weken zwangerschap. Op het scherm zijn twee vruchtzakjes zichtbaar in de baarmoeder en er zijn vaak ook al twee hartjes hoorbaar. Niet alle tweelingen worden tijdens deze echo al gezien. Soms worden ze pas gezien op de 20-wekenecho en (tegenwoordig zelden) pas tijdens de bevalling.

Als je net zwanger bent van een meerling, kun je meer last hebben van zwangerschapsverschijnselen zoals vermoeidheid, misselijkheid en braken. Ook later in de zwangerschap heb je vaak meer klachten. Door het snel groeien van je buik is de kans op striae (zwangerschapsstriemen) groter. Je bent sneller moe en hebt vaker harde buiken. De meeste vrouwen die zwanger zijn van een meerling, moeten rond 28 weken zwangerschap stoppen met werken.

De kans op een miskraam ligt bij een meerlingzwangerschap wat hoger. Dat kan een miskraam zijn van alle vruchtjes of van één vruchtje (gedeeltelijke miskraam). De kans op een gedeeltelijke miskraam ligt vroeg in de zwangerschap op 10 tot 20 procent. Als op de eerste echo een meerling werd gezien, kan het gebeuren dat bij een volgende echo nog maar één kindje zichtbaar is. De miskraam verloopt meestal anders dan bij een eenlingzwangerschap. Het vruchtje wordt niet uitgestoten maar door je lichaam opgenomen. Je kunt wel wat last hebben van vaginaal bloedverlies. Het verlies van dit vruchtje heeft geen gevolgen voor het andere vruchtje.

Diagnostiek

Normaal gesproken zitten er twee vruchtvliezen om het ongeboren kindje heen. Het binnenste vlies heet amnion, het buitenste vlies chorion. Sommige meerlingen hebben elk hun eigen vliezen, maar soms delen ze één of beide vruchtvliezen.
Als je zwanger bent van een meerling, wordt onderzocht of de baby’s gedeelde vruchtvliezen hebben. Dit is belangrijk om te weten. Bij tweelingen waarvan de baby’s beide vliezen met elkaar delen, bestaat een wat vergroot risico op aangeboren afwijkingen.

Dichoriale diamniotische tweeling
Twee-eiige tweelingen hebben elk hun eigen vliezen en een eigen placenta. Dit geldt ook voor eeneiige tweelingen waarbij de bevruchte eicel zich al na 1 tot 3 dagen heeft gesplitst. We spreken dan van een dichoriale diamniotische tweeling: de tweeling heeft twee choriale en twee amniotische vliezen.

Monochoriale diamnoitische tweeling
Als de baby’s van een eeneiige tweeling elk een eigen binnenste vlies (amnion) hebben maar het buitenste vlies (chorion) delen, is er sprake van een monochoriale diamnoitische tweeling: ze hebben samen één buitenvlies en twee aparte binnenvliezen. Een dergelijke meerling ontstaat meestal wanneer de bevruchte eicel zich na 3 tot 7 dagen splitst.

Monochoriale monoamniotische tweeling
Splitst de bevruchte eicel zich pas na 7 dagen, dan delen de kindjes beide vliezen. Dit wordt een monochoriale monoamniotische tweeling genoemd. Als de bevruchte eicel nog later splitst, dan kunnen de baby’s gedeeltelijk met elkaar vergroeid

Gevolgen

Een meerlingzwangerschap is anders dan een eenlingzwangerschap en brengt meer risico’s met zich mee. Je hebt onder andere een verhoogde kans op bloedarmoede tijdens de zwangerschap, verhoogde bloeddruk tijdens de zwangerschap, groeivertraging van de baby(’s) en vroeggeboorte.

Om deze risico’s vroegtijdig op te sporen, word je begeleid door een gynaecoloog en vinden er vaak controles plaats. Je bloed wordt regelmatig onderzocht op bloedarmoede en tekenen van zwangerschapsvergiftiging, je bloeddruk wordt gemeten en er worden echo’s gemaakt om de groei van de baby’s te beoordelen. Door je baarmoedermond te onderzoeken, kan een dreigende vroeggeboorte ontdekt worden (cervixinsufficiëntie).
Als er een situatie ontstaat die gevaar oplevert voor jou en/of je baby’s, moeten de voor- en nadelen van behandeling tegen elkaar worden afgewogen. Want wat het beste is voor jou, hoeft niet het beste te zijn voor de baby’s. En wat voor de ene baby goed is, kan voor de andere baby weer een risico inhouden. In overleg met jou wordt uiteindelijk besloten wat er moet gebeuren.

Een levensbedreigende complicatie die zich bij meerlingen kan voordoen, is het transfuseur transfusé syndroom (TTS ). Het bloed voor de ene baby stroomt dan naar de andere baby waardoor één baby te klein blijft en de andere juist overvuld raakt.

De bevalling

Als je ernstig ziek bent door bijvoorbeeld te hoge bloeddruk, vindt een keizersnede plaats. Ook wanneer de conditie van één of beide baby’s slecht is, bijvoorbeeld door groeivertraging, krijg je ook een keizersnede. Als de conditie van jou en je baby’s goed is en de baby’s goed liggen, kun je vaginaal bevallen. Het is het veiligst als beide kinderen in hoofdligging liggen.
Bij een vaginale bevalling van een meerling kan het wat langer duren voordat de ontsluiting doorzet. Door de enorme uitrekking van je baarmoeder komen de weeën minder goed op gang. Een infuus met middelen die de weeën stimuleren, biedt dan uitkomst. Omdat de baby’s van een meerling meestal lichter zijn, gaat de uitdrijving vaak wat sneller. Nadat het eerste kind geboren is, wordt de ligging van het tweede kind gecontroleerd. Als deze in dwarsligging is gedraaid, kan de gynaecoloog proberen het kind te draaien naar hoofd- of stuitligging. Als dat lukt, kan ook deze baby vaginaal geboren worden. Het kan even duren voordat de weeën weer op gang komen. Ook dan kan een infuus met middelen die de weeën opwekken noodzakelijk zijn. Als de baby niet draait of de weeën komen niet meer op gang, krijg je alsnog een keizersnede. Als de tweede baby ook vaginaal geboren is, is het tijd voor de nageboorte. Na de bevalling van een meerling komen de weeën die hiervoor nodig zijn vaak niet voldoende op gang en moeten gestimuleerd worden.

Na een vaginale bevalling van twee of meer gezonde kindjes mag je vaak vrij snel naar huis. Als je baby’s in het ziekenhuis moeten blijven, mag je de kraamtijd meestal ook in het ziekenhuis doorbrengen. Borstvoeding geven hoeft bij een meerling geen probleem te zijn: door het systeem van vraag en aanbod maakt je lichaam voldoende melk aan voor meerdere kindjes. Als je kinderen te vroeg zijn geboren, kun je zelf de melkproductie op gang brengen door te kolven. Je afgekolfde melk wordt dan via een sonde aan je kinderen gegeven.

Meer informatie

Informatie van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
http://www.nvog.nl

Informatie van de Nederlandse Vereniging voor Ouders van Meerlingen (NVOM)
http://www.nvom.nl/

Over Medicinfo

Medicinfo biedt betrouwbare, actuele informatie over gezond zijn, gezond blijven - en wat u daar zelf aan kunt doen.