Dwarsligging
Bij een dwarsligging ligt je baby aan het einde van de zwangerschap dwars in je buik. Deze ligging komt bij minder dan een half procent van alle zwangerschappen voor.
Bent u huisarts of praktijkmanger?
Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?
In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.
Oorzaken
Dwarsligging komt bijzonder weinig voor. Als het voorkomt, is dat meestal bij vrouwen die al meerdere kinderen hebben gekregen. Andere oorzaken zijn een te nauw bekken, waardoor de baby niet kan indalen, en een voorliggende placenta.
Verschijnselen
Tijdens de zwangerschapscontroles voelt de verloskundige of arts dat de baby in dwarsligging ligt. Er wordt een echo gemaakt om de situatie precies in kaart te brengen en om eventuele oorzaken op te sporen.
Draaien van de baby
Als er geen oorzaak is gevonden waarom je baby dwars ligt, kan vanaf 36 weken zwangerschap een uitwendige versie geprobeerd worden. De verloskundige of gynaecoloog probeert dan in het ziekenhuis om je baby te laten draaien, waardoor hij in hoofdligging komt te liggen. Bij ongeveer 40% van de vrouwen lukt de versiepoging. Er is een kleine kans dat je baby weer terugdraait en een heel kleine kans dat de versie leidt tot complicaties. In dat laatste geval krijg je met spoed een keizersnede.
Bevallen
Als je baby in dwarsligging blijft liggen, kun je niet via de natuurlijke weg bevallen. Je kind wordt geboren met een keizersnede als je 39 weken zwanger bent. Een enkele keer komt het voor dat voor die tijd de bevalling begint met het breken van je vliezen. Doordat je baby bij een dwarsligging niet met zijn hoofd (hoofdligging) of billen (stuitligging ) tegen je baarmoedermond drukt, kun je ineens veel vruchtwater verliezen. In dat geval moet je meteen gaan liggen omdat er een kans is op het uitzakken van de navelstreng .
Meer informatie
http://gynaecologie.mmc.nl
Informatie van de gynaecologen in het MMC in Veldhoven