Navelbreuk (hernia umbilicalis)
Een breuk (hernia) is een zwakke plek of scheur in de buikwand. Organen die zich in de buikholte bevinden, kunnen door een breuk naar buiten uitstulpen.
Bij een navelbreuk is er sprake van een uitstulping in of in de buurt van de navel. Een uitstulping in de navel noemen we een 'gewone' navelbreuk, een hernia umbilicalis. Een dergelijke breuk is aangeboren en komt daarom meestal voor bij baby's en jonge kinderen.
Een breuk vlakbij de navel heet een hernia paraumbilicalis. In dat geval puilt de inhoud van de buikholte door de binnenste lagen van de buikwand uit, even boven of onder de navel. Dit type navelbreuk komt vooral voor bij volwassenen.
Bent u huisarts of praktijkmanger?
Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?
In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.
Oorzaken
Een aangeboren navelbreuk ontstaat door een stoornis in de ontwikkeling van de buikholte. Een hernia paraumbilicalis wordt veroorzaakt door een combinatie van een zwakke plek in en om de navel met een toegenomen druk in de buik. Deze druk kan stijgen door aanhoudend hoesten, te hard persen tijdens de stoelgang, moeilijk kunnen urineren, zwangerschap of aandoeningen zoals ascites (vochtophoping in de buikholte). Een niet-aangeboren navelbreuk komt vijf keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Overgewicht, slappe buikspieren en meerdere bevallingen kunnen leiden tot een zwakke buikwand.
Verschijnselen
Een navelbreuk geeft meestal geen klachten. Soms ontstaan pijnklachten. De breuk ziet eruit als een bobbel bij de navel. De bobbel kan groter worden als een kind huilt. Bij volwassenen met een navelbreuk wordt de bobbel groter op momenten dat de druk in de buik toeneemt, zoals bij hoesten, niezen of persen. De bobbel kan kleiner worden als de patiënt gaat liggen.
Diagnose
De diagnose navelbreuk wordt gesteld op basis van de verschijnselen, de medische voorgeschiedenis en een lichamelijk onderzoek. Soms is aanvullend onderzoek nodig in de vorm van echografie.
Behandeling van een aangeboren navelbreuk
Bij een aangeboren navelbreuk treedt meestal spontaan herstel op in de eerste drie levensjaren. Als de navelbreuk dan nog steeds aanwezig is, kan het noodzakelijk zijn de breuk operatief te herstellen. Dit is vooral bij meisjes aan te bevelen, omdat de kans bestaat dat de navelbreuk problemen geeft tijdens een latere zwangerschap.
Behandeling van een niet-aangeboren navelbreuk
Als er geen klachten zijn, is een operatie niet noodzakelijk. Bij herhaaldelijke pijnklachten of steeds terugkerende inklemming is opereren wel aan te bevelen. Wat voor operatie dat wordt, is afhankelijk van de grootte van de breuk.
Een kleine breuk kan behandeld worden door de opening in de buikwand, de breukpoort, te sluiten. Deze ingreep wordt vaak in dagbehandeling uitgevoerd. Als de breuk groter is, wordt tegenwoordig gebruikgemaakt van kunststof om de buikwand te verstevigen. Er is dan meestal een opname nodig. Soms wordt tijdelijk een wonddrain achtergelaten. Dit is een buisje dat wondvocht afvoert.
Om te voorkomen dat een breuk terugkomt, is het van belang de oorzaak te behandelen, zoals het aanhoudend hoesten, de verstopping (obstipatie) of het moeilijk urineren.
Complicaties
Een aangeboren navelbreuk geeft meestal geen complicaties. De belangrijkste complicatie bij een niet-aangeboren navelbreuk is inklemming (strangulatie). Als een stuk darm vast komt te zitten in zo’n beklemde breuk, raakt de bloedtoevoer naar dat deel van de darm afgesloten. Dit leidt tot een darmafsluiting (ileus) met hevige pijn en braken tot gevolg. Door de verminderde bloedtoevoer kan het beklemde deel van de darm afsterven. Dit is een spoedeisende situatie die snel medisch ingrijpen vereist. Een andere mogelijke complicatie bij een navelbreuk is dat de huid rond de breuk dunner wordt, verslechtert en uiteindelijk gaat zweren.
Meer informatie
Informatie van de afdeling chirurgie van het Waterlandziekenhuis (Purmerend)
http://www.heelmeester.nl/folders/buikwandbreuken.htm
Eubanks, S. (1997), Hernias, in: Sabiston, D.C. (ed), Textbook of Surgery, 15th edn, W.B. Saunders Company, London.
Graf, J.L., Caty, M.G., Martin, D.J. et al. (2002), “Pediatric Hernias”, Seminars in Ultrasound, CT, and MR, vol. 23, no. 2, April, pp. 197-200.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/query.fcgi?cmd=Retrieve&db=PubMed&list_uids=11996233&dopt=Abstract
Granese, J., Valaulikar, G., Khan, M. et al. (2002), “Ruptured Umbilical Hernia in a Case of Alcoholic Cirrhosis with Massive Ascites”, The American Surgeon, vol. 68, no. 8, August, pp. 733-734.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/query.fcgi?cmd=Retrieve&db=PubMed&list_uids=12206611&dopt=Abstract
Kingsnorth, A. and Bennett, D.H. (2000), Hernias, Umbilicus, Abdominal Wall, in: Russell, R.C.G., Williams, N.S. and Bulstrode, C.J.K. (eds), Bailey and Love’s Short Practice of Surgery, 23rd edn, Arnold, London.