Buikwandbreuk en littekenbreuk

Een breuk (hernia) is een zwakke plek of scheur in de buikwand. Organen die zich in de buikholte bevinden, kunnen door een breuk naar buiten uitstulpen.
Een buikwandbreuk bevindt zich meestal in een litteken en wordt dan ook wel littekenbreuk genoemd. Een tweede type buikwandbreuk is de bovenbuikbreuk (hernia epigastrica). In dat geval bevindt de zwakke plek in de buikwand zich boven de navel. De inhoud van de buikholte, meestal alleen het buikvlies en vetweefsel, stulpt dan uit door een vezelige band die verticaal door het midden van de buikwand loopt. De officële naam van deze band is de linea alba, letterlijk vertaald de witte streep.

Bent u huisarts of praktijkmanger?

Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen? 

In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.

Download het whitepaper

Oorzaken

Een buikwandbreuk kan ontstaan in een nog onvoldoende genezen wond. Als een wond bijvoorbeeld geïnfecteerd is geraakt, geneest deze slecht. Ook medicijnen als corticosteroïden en chemotherapie bij kanker kunnen de wondgenezing vertragen. Een buikwandbreuk kan ook het gevolg zijn van teveel druk op een litteken. In geval van overgewicht (obesitas) komen littekens eerder onder druk te staan.

Verder kan een buikwandbreuk worden veroorzaakt door verminderde spierspanning, ouderdom, slechte voeding, abnormale vochtophoping in de buikholte (ascites) en zwangerschap. Een lang aanhoudende hoest of een opgezwollen buik na een operatie vergroten eveneens het risico op een buikwandbreuk.

Een bovenbuikbreuk doet zich meestal voor bij mensen die zware lichamelijke arbeid verrichten. Hierdoor kan een scheur in de linea alba ontstaan en uiteindelijk een breuk.

 

Verschijnselen

Een littekenbreuk kan zich nog jaren na een buikoperatie voordoen. Als de druk in de buikholte toeneemt, bijvoorbeeld bij hoesten of persen, wordt de bobbel van de breuk beter zichtbaar. Buikwand- en bovenbuikbreuken geven meestal geen klachten. Soms is er sprake van pijn. Bij een beklemde breuk heeft de patiënt hevige buikpijn.

Diagnose

De diagnose buikwand- of bovenbuikbreuk wordt gesteld op basis van de verschijnselen, de medische voorgeschiedenis en lichamelijk onderzoek. Daarbij wordt de diagnose meestal al duidelijk. Soms is aanvullend onderzoek nodig in de vorm van echografie. Bij een grote littekenbreuk kan een CT-scan nodig zijn om te bekijken hoe de breuk eventueel hersteld kan worden.

Behandeling

Als er geen klachten zijn, is een operatie niet noodzakelijk. Bij herhaaldelijke pijnklachten of steeds terugkerende inklemming is operatief ingrijpen aan te bevelen. Dit kan gebeuren door middel van een ‘normale’, open operatie of met een kijkoperatie (laparoscopie).
Tijdens de operatie wordt de uitpuilende buikinhoud teruggeduwd op zijn oorspronkelijke plaats. De breuk wordt met hechtingen hersteld. Als de zwakke plek in de buikwand groot is, wordt een kunststof matje gebruikt om deze plek af te dekken en de buikwand te verstevigen. Het matje helpt te voorkomen dat er opnieuw een breuk ontstaat. Bij een beklemde breuk wordt het aangetaste deel van de darmen verwijderd en krijgt de patiënt antibiotica om een infectie te bestrijden of te voorkomen.
Naast de breuk zelf moet ook de oorzaak van de breuk worden behandeld om zo de kans op een nieuwe breuk (recidief) te verkleinen. Zo kan gewichtsvermindering noodzakelijk zijn en moet het gebruik van medicijnen met een nadelig effect op de wondgenezing indien mogelijk worden gestopt.

Complicaties

Bij een buikwandbreuk kan een stuk darm bekneld raken in de opening. Bij zo’n beklemde breuk raakt de bloedvoorziening naar dat deel van de darm belemmerd. Dit veroorzaakt een darmafsluiting (ileus ) met hevige pijn en braken tot gevolg. Door de verminderde bloedtoevoer kan het beklemde deel van de darm afsterven. Dit is een spoedeisende situatie, waarbij snel medisch ingrijpen noodzakelijk is.
Bij een klein deel van de mensen bij wie een buikwandbreuk operatief is verholpen, komt de breuk weer terug.

Meer informatie

 

Eubanks, S. (1997), Hernias, in: Sabiston, D.C. (ed), Textbook of Surgery, 15th edn, W.B. Saunders Company, London. 


Kingsnorth, A. and Bennett, D.H. (2000), Hernias, Umbilicus, Abdominal Wall, in: Russell, R.C.G., Williams, N.S. and Bulstrode, C.J.K. (eds), Bailey and Love’s Short Practice of Surgery, 23rd edn, Arnold, London.

Larson, G.M. (2000), “Ventral Hernia Repair by the Laparoscopic Approach”, The Surgery Clinics of North America, vol. 80, no. 4, August, pp. 1329-1340.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/query.fcgi?cmd=Retrieve&db=PubMed&list_uids=10987039&dopt=Abstract

LeBlanc, K.A. (2000), “Current considerations in Laparoscopic Incisional and Ventral Herniorrhaphy”, JSLS: Journal of the Society of Laparoendoscopic Surgeons/Society of Laparoendoscopic Surgeons, vol. 4, no. 2, April-June, pp. 131-139.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/query.fcgi?cmd=Retrieve&db=PubMed&list_uids=10917120&dopt=Abstract

Laquatra, I. (2000), Nutrition for Weight Management, in: Mahan, K.L. and Escott-Stump, S. (eds), Food, Nutrition, and Diet Therapy, 10th edn, W.B. Saunders Company, Philadelphia.

Over Medicinfo

Medicinfo biedt betrouwbare, actuele informatie over gezond zijn, gezond blijven - en wat u daar zelf aan kunt doen.