Verstopping van de traanwegen

Tranende ogen worden vaak veroorzaakt door een verstopping van de traanwegen. Het is een aandoening die bij veel mensen op oudere leeftijd voorkomt.

Bent u huisarts of praktijkmanger?

Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen? 

In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.

Download het whitepaper

Oorzaak

Normaal maken de traanklieren voortdurend nieuw traanvocht aan. Door de knipperbeweging van de oogleden wordt het traanvocht in de richting van de ooghoek naast de neus geduwd.

Knipperen heeft een beetje het effect van een ruitenwisser. Het oogoppervlak wordt schoongemaakt en stofdeeltjes en andere ongewenste kleine deeltjes worden weggespoeld. In de ooghoek zit het afvoersysteem waarlangs het traanvocht naar de neusholte en vandaar naar de keel wordt afgevoerd. Deze afvoergangen worden de traanwegen genoemd.

Wanneer het afvoersysteem niet goed functioneert, wordt er gesproken van een stenose (helemaal geen afvoer meer) of van een insufficiëntie (verminderde afvoer).

Er zijn twee oorzaken van stenose of insufficiëntie van de traanwegen mogelijk:

  • Een verstopping van het afvoersysteem van het traanvocht.
  • Een niet goed werkende pompfunctie van de oogleden.

Een verstopping van het afvoersysteem
De verstopping kan ter hoogte van de traanpuntjes, de traankanaaltjes, de traanzak of de traanbuis zitten. De meest voorkomende oorzaken hiervan zijn de volgende:

  • Verstopping van de traanbuis tussen de traanzak en de neusholte. Dit is de meest voorkomende plaats van verstopping. Het kan het gevolg zijn van een ontsteking, maar meestal wordt geen oorzaak gevonden. Waarschijnlijk speelt veroudering van de weefsels een rol.
  • Slecht contact tussen het traanpuntje en de oogbol. Bijvoorbeeld bij een ectropion (een ooglid dat naar buiten staat).
  • Verstopping van de traanpuntjes door vuiltjes in de ogen of door een ontsteking.
  • Verstopping van de traankanaaltjes tussen de oogbol en de traanzak. Dit kan bijvoorbeeld komen door een ontsteking door een bacterie of een schimmel.
  • Verstopping van de traanzak. Dit kan ontstaan bij een ontsteking van de traanzak (dacryocystitis).

Niet goed werkende pompfunctie van de oogleden
De normale pompfunctie kan verzwakt zijn door verlamming van de spieren van het aangezicht (facialisparese), of door een te slap ooglid of afwijkingen van de huid. Dit zorgt ervoor dat zelfs bij normaal doorgankelijke traanwegen, de tranen niet goed weggepompt worden in de richting van de afvoerkanaaltjes.

Symptomen

De meest voorkomende klacht bij een verstopping van de traanwegen is een tranend oog. Het overtollige traanvocht dat niet kan worden afgevoerd hoopt zich vaak op in de binnenste ooghoek en stroomt daar weg, over de ooglidrand heen. Regelmatig terugkerende ooginfecties kunnen een teken zijn van een traanwegverstopping, omdat tranen normaal gesproken het oogoppervlak beschermen tegen infectie.

Diagnose

De oogarts bekijkt eerst of het ooglid en het traanpuntje goed in contact liggen met de oogbol. Daarnaast kunnen de volgende onderzoeken plaatsvinden:

  • Spleetlamponderzoek.
  • Anel-test.
  • Röntgenonderzoek.

Eventueel vindt een doorverwijzing naar een andere specialist plaats.

Spleetlamponderzoek
Met een spleetlamp kan de oogarts het oogoppervlak in detail onderzoeken om uit te sluiten dat het tranen het gevolg is van irritatie van het hoornvlies. Zo kan een droog oog door irritatie van het hoornvlies leiden tot overmatig tranen. Bovendien kan onder de microscoop van de spleetlamp beoordeeld worden of de traanpuntjes goed open zijn.

Anel-test
Er zijn verschillende testen om de doorgankelijkheid van de traanwegen te beoordelen. Een van de tests is de Anel-test. Hierbij wordt eerst voorzichtig een traanpuntje met een stomp naaldje een beetje wijder gemaakt. Daarna wordt door een heel fijn buisje een kleine hoeveelheid fysiologische zoutoplossing in het traankanaaltje gespoten. Als het water in de neus of keel terechtkomt, zijn de traanwegen niet helemaal dicht. Wanneer er echter zelfs onder druk geen water doorstroomt naar de neus of keel, dan is duidelijk dat de traanwegen volledig verstopt zijn.

Röntgenonderzoek
Hierbij worden de traanwegen doorgespoten met een röntgencontrastmiddel, waarna een foto wordt gemaakt. Hierop is dan te zien waar een eventuele verstopping zit.

Verwijzing
Bij vermoeden dat een afwijking in de neusholte de oorzaak is van de verstopping wordt de patiënt doorverwezen naar de kno-arts voor verder onderzoek.

Behandeling

Om de aandoening niet erger te maken is het beter om bij het drogen van de tranen met de zakdoek niet steeds het onderste ooglid mee omlaag te trekken. Daardoor verliest het onderste traanpuntje contact met de oogbol en wordt de traanafvoer nog meer belemmerd.

De behandeling van tranende ogen is afhankelijk van de oorzaak. Bij een ontsteking van het afvoersysteem bijvoorbeeld wordt eerst een behandeling met antibiotische druppels en zalf gegeven.

Soms is de oorzaak eenvoudig te verhelpen met een operatie onder plaatselijke verdoving, zoals bij afwijkingen van het traanpuntje. Meestal is een uitgebreidere operatie onder narcose nodig om het probleem op te lossen.

Operatie bij een verstopping van de traanbuis tussen traanzak en neus
De ingreep om een verstopping van de traanbuis tussen de traanzak en de neus te verhelpen is de dacryocystorinostomie (of DCR). Hierbij wordt een nieuwe verbinding gemaakt tussen de traanzak en de neusholte.

Operatie bij een verstopping van de traankanaaltjes tussen ooglid en traanzak
De traankanaaltjes zijn zo nauw dat chirurgische behandeling van de kanaaltjes zelf weinig of geen resultaat oplevert. Door littekenvorming na de operatie raken ze snel weer verstopt. Daarom wordt meestal gekozen voor een dacryocystorinostomie gecombineerd met het plaatsen van een siliconenrubber slangetje in de traankanaaltjes. Dit slangetje moet gedurende enkele maanden na de operatie in de geopereerde traankanaaltjes blijven zitten om te voorkomen dat ze weer dichtgroeien.

Over Medicinfo

Medicinfo biedt betrouwbare, actuele informatie over gezond zijn, gezond blijven - en wat u daar zelf aan kunt doen.