Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek kan belangrijk zijn voor een diagnose. Met lichamelijk onderzoek kunnen artsen bij patiënten aanknopingspunten vinden om een bepaalde ziekte of aandoening te ontdekken. Naast lichamelijk onderzoek, kijkt de arts naar de medische voorgeschiedenis en het verhaal van de patiënt.

Als patiënten klachten hebben, richten artsen zich daarop bij het lichamelijk onderzoek. Soms onderzoeken zij ook delen van het lichaam waar de klacht niet zit.

Ook kunnen artsen lichamelijk onderzoek doen om een algemene indruk van de gezondheidstoestand te krijgen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij een lichamelijke keuring.

Bent u huisarts of praktijkmanger?

Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen? 

In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.

Download het whitepaper

Het onderzoek

Bij een lichamelijk onderzoek kan een arts hartslag, bloeddruk, temperatuur en gewicht meten. Daarnaast kijkt een arts naar hoe iemand eruit ziet. Is diegene bleek, oogt hij ziek, is hij benauwd, helder of juist verward?
Lichamelijk onderzoek door een arts kan bestaand uit de volgende onderdelen:

  • inspectie
  • palpatie
  • percussie
  • auscultatie

Inspectie
Inspectie is het systematisch bekijken en beoordelen van lichaamsdelen, zoals de huid, oren, ogen, mond, lymfeklieren, borsten, teelballen, buik, armen en benen. Dit geeft de arts informatie over de vorm, omvang, kleur en de symmetrie ervan. Inspectie kan ook mogelijke afwijkingen tonen.

Palpatie
Palpatie is het bevoelen van organen en lichaamsdelen, zoals de milt, lever, buik, borsten, teelballen en lymfeklieren. Door betasting met de vingers onderzoekt de arts de grootte, vorm (rond of onregelmatig), consistentie (hard of zacht) en structuur (glad of ongelijk). Ook kan een arts vaststellen of deze structuren bij aanraking pijnlijk of gevoelig zijn. Een arts kan ook de bloedvaten bevoelen, bijvoorbeeld in de liezen of op de rug van de voet.

Percussie
Bij percussie beklopt de arts de organen van de patiënt met de vingers. Dit onderzoek doen artsen om de dichtheid, inhoud, begrenzingen en grootte van organen te onderzoeken. Met percussie kunnen ze ook vaststellen of er vloeistof of lucht aanwezig is. Het bekloppen gebeurt met de vingers.

Auscultatie
Bij auscultatie luistert de arts met een stethoscoop op borst, rug en buik. Hij luistert naar geluiden als lucht door de luchtwegen en longen, hartslag en hartgeruis en darmbewegingen. Ook kan een arts luisteren of er een ruis is over de bloedvaten in het lichaam.

Nog meer onderzoek

Bij het lichamelijk onderzoek kan een arts ook onderzoek doen naar de werking van hersenfuncties en zenuwbanen en naar spieren, pezen gewrichten. Dit heet neurologisch onderzoek en onderzoek van het bewegingsapparaat.

Aanvullend onderzoek

Lichamelijk onderzoek is belangrijke voor het stellen van de diagnose. Afhankelijk van de bevindingen moet een arts soms aanvullend onderzoek doen. Voorbeelden hiervan zijn: bloedonderzoek, urineonderzoek en beeldvormend onderzoek.

Complicaties

Bij een lichamelijk onderzoek komen geen ernstige complicaties voor. Meestal is het namelijk een pijnloze en veilige procedure is. Soms kan een lichamelijk onderzoek wel pijnlijk zijn. Bijvoorbeeld bij ophoping van pus of ernstige buikpijn.

Meer informatie

Engelstalige informatie
www.nlm.nih.gov/medlineplus/ency/article/002274.htm

Over Medicinfo

Medicinfo biedt betrouwbare, actuele informatie over gezond zijn, gezond blijven - en wat u daar zelf aan kunt doen.