Functie en werking van spieren
Spieren zijn er in drie verschillende soorten: gladde spieren, dwars gestreepte skeletspieren en de hartspier.
Gladde spieren
Gladde spieren kunnen niet bewust worden aangespannen of ontspannen. Ze reageren op prikkels en signalen vanuit de hersenen. Deze spieren zitten bijvoorbeeld in de wanden van bloedvaten, de luchtwegen en in het spijsverteringskanaal. Hier zorgen ze met golfachtige bewegingen voor het transport van bloed, lucht en voedsel.
Skeletspieren
Skeletspieren zijn de spieren die verbonden zijn met de botten. Ze vormen het grootste gedeelte van de spiermassa in het menselijk lichaam. Ons lichaam telt bijna zevenhonderd afzonderlijke skeletspieren.
Deze spieren zorgen ervoor dat mensen hun gewrichten bewust kunnen bewegen.
Een andere belangrijke functie van de spieren is het voortbrengen van warmte. Hierdoor blijft de lichaamstemperatuur constant rond de 37ºC. Bij kou gaan mensen bibberen: de spieren trekken dan samen om warmte op te wekken.
Hartspier
De hartspier is een onwillekeurige spier en kan dus niet bewust worden aangestuurd. De hartspier zorgt voor het rondpompen van het bloed in het lichaam. Door het ritmische samentrekken van de hartspier ontstaat de hartslag.
Bent u huisarts of praktijkmanger?
Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?
In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.
Spiervezels van de skeletspieren
Er zijn twee soorten spiervezels, langzame en snelle spiervezels. Ze verschillen door de snelheid waarmee ze samentrekken. Langzame spiervezels trekken langzaam samen en kunnen goed tegen vermoeidheid. De langzame spiervezels kunnen veel energie voortbrengen, maar met weinig kracht. Ze komen veel voor in de spieren die voor een goede lichaamshouding zorgen, zoals de rugspieren. Die blijven voortdurend aangespannen.
Snelle spiervezels zijn zo gemaakt dat ze kracht kunnen voortbrengen. Dat komt doordat ze snel samentrekken in korte tijd. Dit soort spiervezels wordt snel moe. Ze zijn namelijk niet in staat voortdurend voldoende energie naar de skeletspieren te sturen. Snelle spiervezels komen veel voor in de armspieren, omdat daar vaak meer kracht nodig is in kortere tijd. Bijvoorbeeld voor het tillen van zware voorwerpen.
Training van de spieren
Er zijn meerdere soorten spiertraining, bijvoorbeeld krachttraining en het trainen van uithoudingsvermogen. Bij het trainen van het uithoudingsvermogen trainen mensen hun spieren om bij langdurige lichaamsbeweging meer energie te geven. Dan groeit de capaciteit van spieren voor het opnemen van zuurstof.
Bij krachttraining vergroten mensen hun spiermassa door te trainen met gewichten. Hiermee wordt het aantal snelle spiervezels vergroot in korte perioden van sterke activiteit. Snelle spiervezels kunnen meer kracht voortbrengen dan langzame spiervezels.
Bij lichamelijke inspanning groeit het aantal chemische reacties (de stofwisseling) sterk en stijgt de lichaamstemperatuur. Er stroomt meer bloed naar het hart. Dat verdeelt het bloed over de verschillende spieren in het lichaam. Bij lichamelijke inspanning breekt het lichaam grote hoeveelheden glucose af en komt er zuurstof vrij. Hierdoor krijgen de spiervezels de nodige energie. Slechts veertig procent van deze energie gebruikt de spier om samen te trekken, de rest geeft hij af als warmte.
Door lichaamsbeweging kunnen spieren tot twintig keer meer zuurstof nodig hebben dan als ze in rust zijn. Voor gezonde mensen is het belangrijk om te zorgen voor een positieve eiwitbalans. Zo waarborgen zij de noodzakelijke groei van de spieren en andere lichaamsweefsels. Lichamelijke inspanning heeft grote invloed op het afbreken en benutten van de aanwezige eiwitten.
Ouderdom en ziekten
Als mensen de zestig gepasseerd zijn, verandert de hormoonhuishouding ingrijpend. Daardoor neemt de spierkracht af, ook als de spieren worden getraind. Bij zestig plussers die niet regelmatig trainen wordt echter groter krachtverlies gemeten dan bij leeftijdgenoten die wel trainen.
De productie en de werking van testosteron nemen sterk af na het zestigste levensjaar. Daardoor gaan de spiervezels achteruit. Ouder worden heeft effect op de snelle spiervezels en op de langzame spiervezels.
Spieren kunnen beschadigd raken door blessures. Hoe goed dat geneest, hangt af van de omvang van de spierbeschadiging. Als de spier licht beschadigd is, vullen bestaande spiervezels de getroffen plaats op. Als de schade groot is, kunnen de bestaande spiervezels niet altijd de hele plek opvullen. Dan zal littekenweefsel ontstaan. Dit weefsel trekt na genezing samen en beperkt de beweging van gewrichten.
Ook kunnen ontstekingen van de spieren optreden. Daarnaast zijn er aangeboren spierziekten.
Meer informatie
Informatie over spieren
http://nl.wikipedia.org/wiki/Spier_(anatomie)
Website van Vereniging Spierziekten Nederland
http://www.vsn.nl/