De functies van de tong
De tong is het orgaan dat de belangrijkste rol speelt bij het gewaarworden van smaak. De bovenkant van de tong is bedekt met minuscule uitstulpingen (papillen). Met een deel van deze uitsteeksels of papillae kunnen wij proeven, terwijl we met andere, die met speciale zenuwen zijn verbonden, de structuur van het voedsel kunnen bepalen. De papillen (papillae) zijn in vier typen te verdelen: De papillae filiformes bedekken bijna het hele oppervlak van de tong en zorgen voor zijn kenmerkende ruwheid. Deze papillen, die van zenuwen zijn voorzien, zijn verantwoordelijk voor de waarneming van druk. De papillae fungiformes zijn de rode, paddestoelvormige bobbeltjes tussen de papillae filiformes. Deze papillen bevatten smaakknoppen en zijn verantwoordelijk voor de smaakwaarneming. De papillae vallatae liggen in een V-vorm achter op de tong, namelijk waar het mond- en keelgedeelte van de tong in elkaar overgaan. Deze papillen bevatten ook smaakknoppen. Aan weerszijden van de tong bevindt zich het vierde type papillen, de papillae foliatae. Deze papillen zijn eveneens voorzien van smaakknoppen. Vier basale smaakwaarnemingen worden door de smaakknopjes in deze papillae waargenomen: zoet, zout, zuur en bitter. Smaaknopjes die gevoelig zijn voor zoete en zoute smaken bevinden zich voornamelijk bij de punt van de tong. De knopjes die gevoelig zijn voor zuur bevinden zich aan de zijkanten van de tong, terwijl de bittergevoelige knopjes zich achterop de tong bevinden.
Bent u huisarts of praktijkmanger?
Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?
In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.
Overige functies
De tong helpt het voedsel door de mond te verspreiden en met speeksel te vermengen. Samen met de lippen en het gehemelte speelt de tong een rol bij het spreken. Druk van de tongspieren is van grote invloed op de ontwikkeling van de kaken. Tot de andere functies van de tong behoren zuigen en slikken. De grote beweeglijkheid van de tong helpt bij het vervullen van al deze functies. Die beweeglijkheid is te danken aan de tongspieren.
De extrinsieke spieren van de tong (dit zijn rondom de tong gelegen spieren) zijn verantwoordelijk voor de opwaartse, achterwaartse, voorwaartse en zijwaartse bewegingen.
De intrinsieke spieren van de tong (dit zijn de spieren in de tong) veranderen de vorm van de tong: ze kunnen hem korter, langer, smaller, breder of platter maken en in allerlei richtingen buigen.
Meer informatie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tong_%28anatomie%29. Nederlandstalige site met informatie over de tong.
Gray, H. (2003), ‘2a.The Mouth’, in: Anatomy of the Human Body, [Online], Beschikbaar: www.bartleby.com/107/242.html Engelstalige site met informatie over de structuur en ontwikkeling van de mond.
Brightman, V.J. (1997), ’Diseases of the tongue’, in: Burket’s Oral Medicine, Diagnosis and Treatment, eds. Lynch, M.A., Brightman, V.J. and Greenberg, M.S., 9th edition, Lippincott-Raven Publishers, Philadelphia.
Stern, I. 1994, ’Oral mucous membrane’, in Orban’s Oral Histology and Embryology, ed Bhaskar, S., 12th edn, Mosby-Year Book, Inc, London.