Pijnstillers voor spieren en skelet

Pijnstillers (analgetica) zijn geneesmiddelen die pijn verlichten. Ze worden verdeeld in opioïde en niet-opioïde analgetica. De niet-opioïde analgetica worden weer onderverdeeld in de niet-steroïde ontstekingsremmers (‘non-steroidal anti-inflammatory drug’ oftewel NSAID) en niet-opioïde analgetica, zoals paracetamol.

Bent u huisarts of praktijkmanger?

Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen? 

In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.

Download het whitepaper

Opioïde pijnstillers

Opioïde pijnstillers zijn onder meer morfine, codeïne, heroïne, pethidine, tramadol, fentanyl en methadon. Deze middelen zijn chemisch verwant aan opium, een stof die uit papaverzaad wordt verkregen. Ze oefenen hun werking uit in de hersenen en het ruggenmerg (het centrale zenuwstelsel), waar de pijn wordt waargenomen. Het zijn krachtige pijnstillers.

Niet-opioïde pijnstillers

De niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID’s) zijn een groep middelen die een pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend effect hebben. Voorbeelden van NSAID’s zijn aspirine, aceclofenac, acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium, diclofenac, ibuprofen, indometacine, ketoprofen, naproxen en piroxicam. Daarnaast zijn er de Cox-2 remmers. Deze worden verderop in deze tekst behandeld.

NSAID’s worden ook gebruikt voor reumatische aandoeningen en om de ontsteking en gewrichtszwelling bij een jicht aanval te verminderen.

Paracetamol is een niet-opioïde en niet ontstekingsremmende pijnstiller. Deze wordt zeer vaak gebruikt met een goed pijnstillend en koortsverlagend effect. Bij gebruik in de juiste dosering zijn de bijwerkingen minimaal.

Toepassing

De behoefte aan pijnstillen bestaat bij alle mogelijk pijnlijke aandoeningen. Bij lichte tot matige pijnklachten wordt bij voorkeur gewerkt volgens een stappenplan.

  • Stap 1: inzetten van paracetamol, dat een effectieve en veilige pijnstiller is. Het heeft geen ontstekingsremmend effect. Wanneer paracetamol onvoldoende werkt, kan overgegaan worden op een NSAID. Als de pijn gepaard gaat met een ontsteking kan ook in eerste instantie al voor een NSAID worden gekozen. Bijvoorbeeld bij artritis, slijmbeursontsteking (bursitis), peesontsteking (tendinitis), jicht, en reumatische aandoeningen. Bij onvoldoende effect kan paracetamol samen met een NSAID worden gegeven.
  • Stap 2: wanneer de pijn dan nog niet voldoende bestreden is, kan een zwakwerkende opioïde pijnstiller worden overwogen. Bijvoorbeeld tramadol, eventueel samen met de bovengenoemde middelen.
  • Stap 3: vervanging van de zwakwerkende opioïde pijnstiller door een sterkwerkende, bijvoorbeeld morfine.

Opioïde analgetica zijn krachtige pijnstillers. Ze nemen ook wat van de stress weg die bij pijn optreedt, doordat ze een toestand van welzijn (euforie) en ontspanning opwekken.

Werking


Opioïde pijnstillers

Opioïde pijnstillers werken rechtstreeks in op het centrale zenuwstelsel, waarbij de gevoeligheid voor pijn wordt beïnvloed. Ze gedragen zich als endorfinen. Dat zijn stoffen die van nature in de hersenen worden geproduceerd en die cel-op-celoverdracht van pijn tegengaan. Ze oefenen hun werking uit in veel gebieden in de hersenen en het ruggenmerg.

Niet-opioïde pijnstillers
NSAID’s remmen het enzym cyclo-oxygenase (COX) dat prostaglandine produceert, een ontstekingsmediator. Een ontstekingsmediator is een lichaamseigen stof die bij een afweerreactie van het lichaam vrijkomt Het COX-enzym komt in het lichaam in twee vormen voor:

  • COX-1, dat de binnenste bekledende laag van de maag beschermt.
  • COX-2, dat bij ontsteking in de gewrichten wordt gevormd.

De meeste NSAID’s blokkeren beide enzymvormen, maar de Cox-2 remmers blokkeren selectief het COX-2-enzym en veroorzaken daardoor minder maag-darmproblemen.

Prostaglandine wordt door het afweersysteem van het lichaam afgegeven op de plaats van het letsel. Het wekt een ontstekingsreactie en pijn op. NSAID’s verminderen de afgifte van deze stof en verlichten ontsteking en pijn.

Bij koorts veroorzaakt de afgifte van bepaalde stoffen een functieverstoring van het temperatuurregulatiecentrum in de hersenen. Hierdoor stijgt de lichaamstemperatuur. Paracetamol stelt dit temperatuur regulerende centrum opnieuw in. Zodra de temperatuur weer op normaal staat, werken diverse mechanismen in het lichaam samen om de temperatuur te verlagen. Zoals transpiratie en verwijding van de oppervlakkige bloedvaten.

Paracetamol is een universele pijnstiller. Het kan bij vrijwel iedere vorm van pijn gebruikt worden.

Wijze van toediening


Opioïde pijnstillers

Opioïde pijnstillers worden toegediend als tablet, als pleister of door injectie. De dosering van pijnstillers wordt aangepast aan het effect en de behoeften van de patiënt.

  • Er zijn pleisters met pijnstillers die op de huid worden aangebracht (transdermale pleisters) en waaruit het middel gedurende 72 uur of soms een hele week gelijkmatig wordt afgegeven.
  • Buprenorfine is een pijnstiller die ook beschikbaar is als tablet dat onder de tong kan worden geplaatst. Doordat het middel via het slijmvlies in het bloed wordt opgenomen, treedt snel een effect in.
  • Een infuus waarbij morfine onderhuids of in de ader wordt toegediend, wordt veel bij terminale patiënten toegepast.

De gevoeligheid voor opiaten neemt bij langdurig gebruik vaak af. De dosering moet dan worden verhoogd.

Niet-opioïde pijnstillers
NSAID’s zijn beschikbaar als gewone tabletten, tabletten met gereguleerde afgifte, kauwtabletten, capsules, siroop en zetpillen. Het hangt van het soort tablet af hoe vaak het per dag moet worden gebruikt. Tabletten met gereguleerde afgifte hoeven minder vaak te worden ingenomen omdat ze het geneesmiddel langzaam afgeven en langer werken.

Paracetamol is beschikbaar als tablet, siroop en zetpil. Paracetamol begint binnen een uur na toediening te werken. De werking neemt na 4 tot 6 uur weer af. Het middel wordt ingenomen om pijn te verlichten of koorts te verlagen.

Kinderen krijgen een verlaagde dosis van de bovenstaande medicatie, afhankelijk van hun leeftijd en gewicht.

Resultaten


Opioïde pijnstillers
Opioïde pijnstillers zijn effectief in het verlichten van hevige pijn. Ze zijn onmisbaar bij operaties, pijn bij ongevallen of een terminale ziekte als kanker. Daarmee is niet gezegd dat het effect altijd volledig is. Soms zijn aanvullende pijnstillende maatregelen nodig.

Niet-opioïde pijnstillers
NSAID’s verlichten ontsteking, pijn en stijfheid. Bij reumatische aandoeningen verminderen ze de gewrichtspijn en -ontsteking, maar ze hebben geen invloed op het beloop van de ziekte. NSAID’s verminderen ook de gewrichtspijn die veroorzaakt wordt door een acute jichtaanval. Naarmate het middel langer wordt gebruikt, nemen de bijwerkingen toe. Als de ene NSAID onvoldoende de pijn stilt, wordt een andere uitgeprobeerd.

Bijwerkingen


Opioïde pijnstillers

De belangrijkste bijwerkingen van opioïde analgetica zijn sufheid, onderdrukking van de ademhaling (ademhalingsdepressie), misselijkheid, braken, obstipatie en verwardheid. Misbruik en geestelijke verslaving ontstaan alleen als het middel niet voor de pijn maar om andere redenen wordt gebruikt. Wel ontstaat altijd lichamelijke verslaving. Maar bij geleidelijk verminderen van de dosis is dat geen probleem. Een overdosis morfine kan leiden tot ademdepressie, coma en de dood.

Niet-opioïde pijnstillers
NSAID’s kunnen beschadiging van de bekledende binnenlaag van maag en darmen veroorzaken. Daardoor ontstaan er maag-darmproblemen als ontsteking van de maag, maagpijn, misselijkheid, braken, diarree en maagbloeding. De kans op een maagbloeding is relatief laag met de COX-2 remmers. Als iemand die een verhoogd risico op een maagbloeding loopt, NSAID’s moet slikken, wordt er meestal voor gekozen om de NSAID te combineren met een maagbeschermer, bijvoorbeeld omeprazol.

De meeste NSAID’s moeten niet worden gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Het is van belang om voorzichtig te zijn met het toedienen van NSAID’s aan mensen met lever-, nier- en stollingsstoornissen.

Het gebruik van aspirine is in verband gebracht met een zeldzame en mogelijk fatale aandoening bij kinderen, het Reye-syndroom. Dit is een aandoening van hersenen en lever. Daarom wordt aspirine voor kinderen jonger dan 12 jaar niet aangeraden.

Paracetamol kent weinig bijwerkingen. In zeldzame gevallen doen zich allergische huidreacties en misselijkheid voor. Regelmatig gebruik van hoge doses van het middel kan het risico van nierbeschadiging verhogen. Als een te hoge dosis paracetamol wordt ingenomen, resulteert dit in een ernstige en mogelijk fatale leverbeschadiging. Dit komt doordat de verhoogde dosis alle leverenzymen verzadigt die betrokken zijn bij de afbraak van het middel. Hierdoor wordt de overmaat geneesmiddel afgebroken door een ander enzym, waarbij een giftig product ontstaat.

Paracetamol veroorzaakt in de juiste dosis geen problemen bij zwangere vrouwen en bij vrouwen die borstvoeding geven.

Meer informatie

Informatie over pijnstillers voor spieren en botten
download.nhg.org/Pijnbestrijding
www.apotheek.nl/Gewrichtspijn

Over Medicinfo

Medicinfo biedt betrouwbare, actuele informatie over gezond zijn, gezond blijven - en wat u daar zelf aan kunt doen.