Ouderen en hitte

Ouderen hebben vaak meer last van hitte dan jongeren. Hitte kan slecht zijn voor de gezondheid van ouderen.
In 2007 stelde de overheid een ‘Nationaal Hitteplan’ op. Hierin staat onder andere wat huisartsen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen moeten doen bij een hittegolf.
Oorzaak van oververhitting
Bij ouderen werkt het regelen van de lichaamstemperatuur minder goed. Hun nieren werken vaak ook slechter. Ouderen hebben minder dorst en zweten minder waardoor je lichaam minder makkelijker afkoelt dan jongeren.

Ouderen zijn extra kwetsbaar voor hitte als ze last hebben van de volgende aandoeningen:
Diabetes.
Aandoeningen van het hart.
Aandoeningen van de nieren.
Aandoeningen van de longen.
Aandoeningen van het zenuwstelsel
Aandoeningen aan de maag en darmen.
Ouderen lopen extra risico als zij medicijnen gebruiken voor deze aandoeningen.

Ouderen zijn ook kwetsbaar voor hitte als ze minder mobiel zijn. Of als ze afhankelijk zijn van anderen voor hun dagelijkse zorg.

Bij hitte maakt het niet uit of ouderen thuis of in een zorginstelling wonen. Beide groepen zijn kwetsbaar.

Bent u huisarts of praktijkmanger?

Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?

In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.

Download het whitepaper

Symptomen van oververhitting

Ouderen die lang oververhit zijn, kunnen uitdrogen. Zij kunnen dan last hebben van de volgende symptomen:

Hoofdpijn.
Misselijkheid.
Vermoeidheid.
Duizeligheid bij het opstaan.
Donkere urine en minder plassen.
Spierkrampen.
Slaperigheid of prikkelbaar.

Bij ernstige oververhitting of uitdroging kunnen ouderen suf of verward zijn. Zij kunnen ook een snelle hartslag hebben of hartritmestoornissen. Oververhitte ouderen kunnen in coma raken en overlijden.

Preventie van oververhitting

Ouderen kunnen zelf veel doen om te voorkomen dat ze bezwijken aan de hitte.

Drink elke dag 2 liter water, thee, bouillon of vruchtensap. Drink ook als je geen dorst hebt. Drink meer als je zweet of als je urine donkerder wordt.
Overleg met de arts als je weinig mag drinken vanwege je gezondheid (bijvoorbeeld bij hartfalen). Overleg ook met de arts als je plasmedicatie, laxantia of psychofarmaca gebruikt.
Blijf goed eten en zorg voor extra zout. Drink bijvoorbeeld bouillon of tomatensap. Overleg met de arts als je een zoutbeperkt dieet heeft. Koel je eten goed. Bij warm weer bederft voeding eerder.
Gebruik eventueel ORS-drank. Dit is een oplossing met suiker en zouten. ORS kun je zonder recept bij een apotheek of drogist kopen. Zelf maken kan ook: meng 1 liter (mineraal)water met 1 theelepel zout en 8 theelepels suiker.
Doe zo min mogelijk op het heetst van de dag (tussen 12.00 uur en 16.00 uur).
Blijf binnen op het heetst van de dag.
Als je naar buiten gaat: smeer je in met zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor.
Draag buiten een zonnebril en een hoed.
Draag luchtige kleding van katoen of linnen.
Zorg voor verkoeling:
- Neem een lauwe douche.
- Baadt je voeten in een teiltje water.
- Leg een natte handdoek op je hoofd, in je nek of op de polsen.
Houd overdag de ramen en gordijnen dicht. Zet ze ’s nachts open.
Gebruik de zonnewering.
Gebruik zo min mogelijk elektrische apparaten en laat lampen uit. Deze geven warmte af.
Gebruik een ventilator. Zorg dat hij niet direct op je lichaam blaast.
Schaf eventueel een airconditioning aan.
Wees voorzichtig met medicijnen die sufheid veroorzaken. Overleg met de arts over de dosering.
Woon je alleen? Vraag dan aan buren, kennissen of familieleden om je extra in de gaten te houden.
Neem contact op met de huisarts als je klachten hebt.