Normale geelzucht bij pasgeborenen

Geelzucht bij pasgeborenen (icterus neonatorum) komt vaak voor. Het is eigenlijk een normaal symptoom. Bij meer dan 60 procent van alle pasgeboren baby’s is gele verkleuring te zien. Het ontstaat meestal op de derde tot vijfde dag en neemt daarna langzaam af.

Bent u huisarts of praktijkmanger?

Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen? 

In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.

Download het whitepaper

Oorzaken van geelzucht bij pasgeborenen

Geelzucht ontstaat door een overschot aan bilirubine in het lichaam van de baby. Bilirubine is een afvalproduct dat vrijkomt als bloedcellen worden afgebroken. Dit is een normaal proces.

Bilirubine wordt in de lever omgevormd en afgevoerd naar de galblaas. Na de geboorte ontstaat meer bilirubine dan de lever kan verwerken. Dit duurt een paar dagen en hierdoor kan de baby geel zien. Als het geelzien ontstaat binnen 24 uur na de geboorte of als de hoeveelheid bilirubine te hoog wordt, kunnen de hersenen beschadigd raken. Dan moet er een test plaatsvinden.

Een baby heeft meer kans op geelzucht (hyperbilirubinemie) na de geboorte bij:

  • Vroeggeboorte. Als de baby te vroeg geboren is, werkt de lever minder goed dan zou moeten. Daardoor wordt bilirubine minder goed afgebroken.
  • Minder borstvoeding dan normaal.
  • Blauwe plekken bij de bevalling. Bij een kunstverlossing met behulp van een vacuümpomp of een tang kunnen blauwe plekken ontstaan. Het bloed dat zich ophoopt in deze blauwe plekken wordt afgebroken en daardoor wordt extra bilirubine gevormd.
  • Een verhoogd bilirubinegehalte in het bloed dat al eerder is voorgekomen.
  • Een broertje of zusje met hyperbilirubinemie.
  • Erfelijke ziekten in de familie die bloedafbraak kunnen vergroten (sferocytose of G6PD-deficiëntie).
  • Bloedgroepen van moeder en baby die niet bij elkaar passen, waardoor de bloedafbraak bij de baby te groot is (bloedgroepantagonisme).

Symptomen

Normale geelzucht begint meestal bij de romp van de baby en breidt zich dan verder uit. Uiteindelijk kunnen ook de slijmvliezen en het oogwit van de baby geel worden. De geelheid is meestal het sterkst op de derde of vierde dag na de geboorte en neemt daarna af. Meestal is de gele kleur binnen een aantal dagen weer verdwenen.

Bij kinderen die borstvoeding krijgen, kan geelzucht wat langer duren, tot ongeveer 8 weken na de geboorte. Zolang de geelheid na de eerste dagen niet meer toeneemt en de baby niet suf is of slecht drinkt, is er niets aan de hand.

Zelfzorg

Bilirubine wordt uiteindelijk uitgescheiden met de ontlasting. Hoe vaker de baby drinkt, hoe meer ontlasting hij heeft en hoe sneller het bilirubine wordt uitgescheiden. Bij borstvoeding is het ook belangrijk dat de baby een borst helemaal leegdrinkt. De laatste melk is namelijk vetrijker en dat stimuleert de ontlasting.

Naar de verloskundige of arts

Als de baby geel gaat zien in de eerste 24 uur na de bevalling is aanvullend onderzoek door een kinderarts nodig.

Ook als de baby naast het geelzien suf wordt of slecht gaat drinken, moet contact gezocht worden met de verloskundige of arts. De hoeveelheid bilirubine in het bloed is dan te hoog geworden.

Als de verloskundige of arts denkt dat de hoeveelheid bilirubine in het bloed van de baby te hoog is geworden, neemt hij bloed af bij de baby voor onderzoek. De gemakkelijkste manier om bloed af te nemen bij een pasgeborene is met een prikje in de hiel. Door de baby te voeden tijdens de prik, voelt hij minder pijn. Ook helpt het om het hieltje voor de prik op te warmen door er stevig met een hand over te wrijven of door een warme kruik te leggen in het voeteneinde van zijn bed.

Als het bilirubinegehalte inderdaad te hoog blijkt te zijn, hangt de behandeling af van de leeftijd van de baby en de hoogte van het bilirubinegehalte. 

Meer informatie


Patiënteninformatie uit de CBO Richtlijn Hyperbilirubinemie uit 2008
babyzietgeel.nl/

Over Medicinfo

Medicinfo biedt betrouwbare, actuele informatie over gezond zijn, gezond blijven - en wat u daar zelf aan kunt doen.