Gedragsproblemen bij dementie: slaapproblemen en nachtelijke onrust
Dementie en gedragsproblemen
Dementie is een chronische hersenaandoening die de hersenen onherstelbaar beschadigt. De ziekte tast hersenfuncties aan, zoals het geheugen, het denken, de taal, de oriëntatie, het handelen (zoals aankleden) en schoolse vaardigheden (zoals rekenen). Ook hebben mensen met dementie steeds moeilijker contact met hun omgeving. De meest voorkomende vormen van dementie zijn de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie.
Gedragsproblemen zijn gedragingen van de patiënt waarmee hijzelf of zijn omgeving moeilijk kan omgaan. Ze komen veel voor bij mensen met dementie.
Bent u huisarts of praktijkmanger?
Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?
In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.
Slaapproblemen en nachtelijke onrust
Slaapstoornissen komen vaak voor bij mensen met dementie. Vaak draait hun dag- en nachtritme langzaam om. Ze zijn overdag suf en ’s nachts juist onrustig. Hierdoor kunnen ze gaan dwalen. Slaapstoornissen ontstaan bijvoorbeeld doordat iemand met dementie:
- Overdag te veel slaapt en daardoor 's nachts niet kan slapen.
- Het verschil tussen dag en nacht niet meer kent.
- Niet meer zo actief is als vroeger en daarom minder slaap nodig heeft.
- Een depressie of een delier heeft.
- Te veel cafeïne en/of alcohol gebruikt.
- Overdag medicijnen krijgt die versuffend werken.
- Een ontregelde biologische klok heeft.
- Last heeft van lichamelijke problemen, zoals pijn, vaak plassen (door een urineweginfectie of plastabletten), depressie en honger.
Dwalen:
Patiënten die dwalen hebben vaak oriëntatieproblemen. Ze vinden bijvoorbeeld, na een bezoek aan het toilet, in het donker de weg niet meer terug. Ook kunnen ze soms dromen en werkelijkheid niet uit elkaar houden.
Omgaan met slaapproblemen en nachtelijke onrust: tips
Algemeen:
- Ontwikkel een vast ritme. Houd hierbij rekening met het vroegere ritme van de patiënt.
- Laat de patiënt liever niet uitslapen of middagdutjes doen. Hij slaapt dan ’s nachts slechter.
- Zorg voor voldoende activiteiten en beweging overdag.
- Overleg met een arts over eventuele lichamelijk problemen.
- Raadpleeg ook een arts als het slaapprobleem zo groot is, dat u beiden niet meer aan uw nachtrust toekomt.
Omgeving:
- Zorg in de slaapkamer voor een goede temperatuur, een goed bed, een goed matras en voldoende frisse lucht.
- Gebruik nachtlampjes of gedimd licht of looprouteverlichting zodat de patiënt zich kan oriënteren als hij 's nachts wakker wordt.
- Leg de kleren voor de volgende dag nog niet klaar. Dit kan verwarrend zijn.
- Zorg voor een verduisterend gordijn, zodat het vroege ochtendlicht niet voor verwarring zorgt.
- Plaats bedhekken om te voorkomen dat de patiënt uit bed klimt.
- Plaats traphekken om van de trap vallen te voorkomen.
Voor het slapen gaan:
- Zorg ervoor dat iemand ontspannen gaat slapen.
- Laat hem voor het slapengaan niet meer te actief zijn.
- Masseer de rug en de benen van de patiënt voor het slapengaan of laat hem een warm bad laten nemen.
- Zet rustgevende muziek op.
- Zorg ervoor dat de patiënt geen honger heeft, maar geef hem geen zware maaltijd.
- Wees terughoudend met koffie en alcohol. Alcohol als slaapmutsje kan helpen om in slaap te komen, maar de patiënt slaapt hierdoor meestal minder diep.
- Laat de patiënt voor het slapen gaan nog even naar het toilet gaan.
Als iemand met dementie niet naar bed wil:
- Geef dan op een vriendelijke manier aan dat het donker is en het tijd wordt om naar bed te gaan.
- Laat de patiënt eventueel in een stoel te slapen, als hij niet naar bed wil.
- Laat een patiënt 's nachts opblijven en rondlopen in huis als dat veilig is en ten koste gaat van de nachtrust van anderen.
- Vraag hulp voor de nacht als de naasten zelf niet genoeg slaap krijgen of als de slapeloosheid van de patiënt te gevaarlijk is.
Medicijnen:
Als niets helpt en lichamelijke problemen zijn uitgesloten, kan de behandelend arts kortdurend slaapmiddelen voorschrijven. Deze middelen kunnen echter bijwerkingen hebben. Kalmerende medicijnen kunnen voor een omgekeerd dag- en nachtritme zorgen. Overleg met de arts over het gebruik van deze middelen.
Tips voor mantelzorgers
Voor mantelzorgers is het niet gemakkelijk om elke dag met mensen met gedragsproblemen om te gaan. Mantelzorgers voelen zich vaak gespannen, gefrustreerd, boos, schuldig en wanhopig. Deze gevoelens zijn normaal.
Zorg dat u ook tijd voor uzelf vrijmaakt en steun zoekt bij familie, vrienden of lotgenoten. Bezoek bijvoorbeeld een Alzheimercafé. Die worden overal in Nederland gehouden. Bespreek de situatie ook met hulpverleners. Zij adviseren, begeleiden en helpen.
Hoe ga je om met dementie Webinar
Medicinfo heeft in samenwerking met zorgverzekeraar CZ op 17 februari 2016 een webinar over dementie georganiseerd. Het onderwerp van het webinar was ‘Hoe ga je om met dementie?’. De deskundigen die aan tafel zaten, waren Marianne van Tol (zorgconsulent voor Laurens Antonius Binnenweg en werkzaam met jonge mensen met dementie) en Rineke Maarse (mantelzorger). Het webinar werd gepresenteerd door Krijn Schuurman.
Je kunt hieronder het webinar terugkijken. Je krijgt daarin antwoord op onder meer de volgende vragen:
- Hoe kan ik iemand met dementie het best helpen en begeleiden?
- Wanneer doe ik het goed en wat kan ik beter niet doen?
- Ik word niet meer herkend. Hoe ga ik hier mee om?
Meer informatie
Informatie van Alzheimer Experience
www.alzheimerexperience.nl
Informatie van Alzheimer Nederland, de organisatie voor mensen met dementie en hun familie.
www.alzheimer-nederland.nl
Website voor mantelzorgers van mensen met dementie
https://www.dementieonline.nl/
Verenso (2008); Richtlijn Probleemgedrag
Jessie van Loon (2006), Pearson Education Benelux. Mijn partner raakt de weg kwijt – Omgaan met dementie.
Ruud Dirkse & Caro Petit (2010), Kosmos Uitgevers Utrecht/Antwerpen. Had ik het maar geweten – moderne dementiezorg.