Apenpokken
Infectie met apenpokken is een zeldzame ziekte bij de mens die door dieren op de mens wordt overgebracht. De ziekte apenpokken wordt veroorzaakt door een relatief nieuwe soort van het virus dat veel overeenkomsten vertoont met het pokkenvirus. Vroeger kwamt apenpokken hoofdzakelijk in Afrika voor, vooral in de landen van West en Centraal Afrika. Vanaf juli 2003 zijn echter gevallen van apenpokken gemeld in verschillende staten van Noord-Amerika. Vijfendertig gevallen van de aandoening zijn door laboratoriumonderzoeken van het Amerikaanse Centre for Disease Control bevestigd. Er bestaat dus de mogelijkheid dat deze ziekte zich buiten Afrika verspreidt.
Bent u huisarts of praktijkmanger?
Benieuwd hoe hybride zorg uw praktijk of post kan ondersteunen?
In de whitepaper leest u alles over de mogelijkheden van hybride zorg.
Oorzaak
De ziekte wordt van apen op eekhoorns overgedragen. De infectie van de mens met het virus vindt plaats wanneer geïnfecteerde eekhoorns of apen worden aangeraakt of wanneer het vlees van deze dieren wordt gegeten. Er zijn enkele gevallen geweest waarin apenpokken van de ene mens op de andere werd overgebracht. Bij de mens wordt het virus overgedragen via het inademen van vochtdruppeltjes uit de neus of mond van iemand die de infectie bij zich draagt. Bij recente rapporten over de infectie in de Verenigde Staten van Amerika wordt de infectie wel in verband gebracht met contact met geïnfecteerde prairiehonden die eerder samen met andere dieren (muizen en ratten) uit Afrika (Ghana) waren gehuisvest of zijn getransporteerd.
Verschijnselen
De symptomen van apenpokken lijken op die van pokken en bestaan uit algemene griepverschijnselen zoals koorts, hoofdpijn en rugpijn.
Enkele dagen na het begin van de infectie met apenpokken ontstaat uitslag op de binnenkant van de mond en keel, gevolgd door het gezicht, de onderarmen en de handen. Deze uitslag wordt erger en leidt tot kleine, ronde blaasjes op de huid die met vloeistof zijn gevuld. Deze vloeistof wordt vervangen door pus. Daarna droogt de uitslag op en ontstaan korstjes. Deze symptomen lijken op die van pokken, maar bij apenpokken zijn de lymfeklieren in hals en liezen bovendien opgezet.
Diagnose
De diagnose apenpokken is gebaseerd op een geschiedenis van blootstelling aan het apenpokkenvirus en een onderzoek van de patiënt. De diagnose wordt bevestigd via laboratoriumonderzoek waarbij het virus uit de vloeistof van de blaasjes of korstjes wordt geïsoleerd en gekweekt. Op deze wijze kan dit virus van andere, soortgelijke virussen worden onderscheiden.
Behandeling
Apenpokken kan worden behandeld met een antivirale geneesmiddel; door een vaccinatie met het pokkenvaccin wordt de aandoening enigszins verlicht.
Preventie
De ziekte kan worden voorkomen door contact met dieren zoals apen, eekhoorns en andere dieren te vermijden. De infectie met apenpokken kan gedeeltelijk door vaccinatie worden voorkomen. Het risico voor complicaties als gevolg van het vaccin is echter bijna even groot als het risico om de ziekte te krijgen. Een massaal vaccinatieprogramma tegen apenpokken is niet praktisch, omdat de ziekte maar weinig voorkomt. Het pokkenvaccin biedt enige bescherming tegen apenpokken.
Meer informatie
Informatie van het RIVM
www.rivm.nl/Variola_pokken
(Engelse) Informatie van de WHO
www.who.int/monkeypox